Een zaadje, zo klein en nietszeggend maar met een grote kracht diep van binnen. Met de juiste ingrediënten en omstandigheden groeien. Eerst kwetsbaar en nog verborgen en als je geduld hebt, komt het boven de aarde. In dat zaadje ligt de kracht en de bestemming voor een veelvoud.
Dat zaadje wordt een tomatenplant met tomaten. Of een boom met appels. Of… een moeder der duizenden. Wat een bijzondere plant is dit en wat leer ik een lessen door het kijken naar dit bijzondere fenomeen.
Stel, jij bent een zaadje. Zit je nog kwetsbaar en onzichtbaar onder de grond? Ben je al aan het groeien? Heb je je bestemming gevonden door te verveelvoudigen? En hoe draag je dan vrucht?
Jezus zegt het zelf: als je in Mij blijft, zul je veel vrucht dragen. Ik zie het aan de ‘moederderduizenden-plant’: hoe langer het zaadje aan de grote plant blijft, hoe sneller ie grote wortels schiet én al vrucht draagt terwijl die nog aan de rand van het blad zit. Een paar millimeter groot en dan al komen er kleintjes aan het kleintje. Dan al is het begin van de vermenigvuldiging.
Er is een prachtig gedicht over het zaadje. Lees dit eens langzaam en aandachtig...
VERTEL HET ZAADJE NIET
Dat het een bloem moet worden
Dat het hard moet werken
Goed moet luisteren
En zich voorbeeldig moet gedragen
Zich moet haasten voordat
De andere bloemen te hoog zijn en,
Boven hem uittorende,
Hem de zon ontnemen
Maak het zaadje niet klein
Door te zeggen dat het maar een zaadje is
Terwijl er een wereld aan bloemen in hem leeft
Vertel het zaadje niet hoeveel het moet drinken
Hoeveel het moet zonnen
Hoeveel het moet groeien
Wat het moet worden
Vertel niet
Dat breken niet de bedoeling is
Dat hij heelhuids aan moet komen
En vraag je dan niet af
Of hij wel de goede kant op gaat
En hoe hij dat zo zeker weet dan
Vraag het zaadje niet
Wat zijn plan is
Welke kleur zijn bloem wordt
En hoe hij daar gaat komen
Zo hoog
En waar hij denkt
die kleur vandaan te halen
Uit die gele zon? Of de bruine grond?
Vertel het zaadje niet dat hij pech heeft
Verkeerde ouders of
Verkeerde grond
Te weinig regen
Of te veel zon
Vertel het plantje niet dat het niet goed groeit
Te krom te langzaam te raar
Dat de blaadjes er gek uitzien
Of te veel aan een kant staan
Dat hij gek danst
Of geen kans heeft
Slechts om vertrapt te worden
Opgegeten
Opgegeven
En vertel hem uiteindelijk niet
Dat de bloem de verkeerde kleur heeft
Omdat de bloemen om hem heen anders kleuren
Of dat hij verkeerd ruikt
Niet zoet genoeg is of te veel op een ander lijkt
Dat geen vlinder of bij naar hem omkijkt
Vertel het zaadje slechts
Hoe mooi het is
Hoe eigen
Hoe echt
Vertel het zaadje
Dat hij uniek is
Er nooit eentje was zoals hij
En dat dat nou juist zo prachtig is
Dat we zo benieuwd zijn naar
Hoe je groeien zal
En wat je brengen zal en
Dat de aarde je draagt
De zon naar je lacht
En het water je voedt
Dat we blij zijn dat je er bent
Op precies de goede plek
Met precies de goede manier van zijn
Dat de wei nog net wat mooier is
En dat je daar samen zal staan
Met al die anderen
Die net zo prachtig uniek zijn als jij
En precies dat maakt het
Goed
Zachtjes regent het
Op de grond
En er is geen haast
Je voelt vanzelf
Wanneer je breekt en open gaat en
Onthoudt
Dat wat je bent nooit vergaat
Hoe je ook groeit of breekt of bloeit
Wees Welkom
Esther van Nieukerken
Ik blijf het mooi vinden om te mijmeren over ‘een zaadje’, hoe het groeit - en misschien wel bloeit. En daarna vrucht draagt. De seizoenen van het leven. Je doel in het leven.
Ken je dat? Dat je gedachten te groots en te veel en te veelomvattend zijn om te vangen? Misschien helpen deze woorden en beelden een klein stukje.
Ik merk dat door deze gedachtenkronkels alweer nieuwe dromen, plannen, daden ontstaan.
Alsof ik steeds beter durf te luisteren wat in mijn binnenste gelegd wordt, de voeding om te groeien.
Zolang je vast zit en houdt aan die grote moederplant, is het je beloofd: je zúlt vruchtdragen.
Ik eindig met een anekdote van de mier en de graankorrel
Er was eens een graankorrel die na de oogst op het veld was blijven liggen. Hij wachtte op de regen zodat hij in de aarde kon wegzinken. Er kwam een mier voorbij. Ze zag de korrel, pakte die op haar rug en begon moeizaam de weg naar haar nest.
"Waarom sjouw je zo? Waarom leg je me niet neer?" vroeg de graankorrel.
De mier hijgde: "Als ik je niet meeneem, heb ik geen eten deze winter."
"Maar ik ben niet alleen gemaakt om opgegeten te worden," zei de graankorrel. "Ik ben ook een zaadje vol leven. Ik wil uitgroeien tot een plant! Mag ik een voorstel doen? Als je me hier laat liggen, dan zal ik je later 100 graankorrels schenken."
"100 graankorrels inruilen voor 1? Dat is de moeite. Maar hoe weet ik zeker dat je me niet voor de gek houdt?
"Dat moet je geloven. Graaf nu maar een kuiltje in de grond, begraaf me daarin en kom volgend jaar terug."
Het volgende jaar keerde de mier terug. De graankorrel had woord gehouden. Op de plek waar hij de graankorrel in de aarde had gestopt, komt een groen sprietje uit de grond. Het is anders dan hij verwachtte, maar het begin van iets groots.
Met de komende lockdown-winter in het vooruitzicht: ga maar liggen. Ga je maar laten voeden door die moederplant. Om uiteindelijk veelvoudig vrucht te dragen.
Ben je nieuwsgierig naar deze plant en wil je je ook verwonderen?
Stuur mij een mail (info@jonneke.nl) met je naam en adres en dan komen er een paar zaadjes jouw kant op! Laten we dit virus maar verspreiden, vind je niet?
Het woeit en waait Het koudt en grauwtHet donkert en het is Het isHet verduurtDe storm De regen De kou Met hoop Want ooit Wordt t weer lichterEn zonnigerEn…
De woorden die ik nu ga opschrijven, zijn al talloze keren door m’n hoofd gegaan. Maar iets houdt, of moet ik zeggen hield, me tegen om het daadwerkelijk…