“Ok,” zegt de therapeut tegen de ouders van het kind-met-problemen: “Laat de diagnose maar een paar weken bezinken, dan gaan we de volgende keer kijken wat de beste behandelmethode is.” “Ja maar,” antwoordt de vader, “Wat moeten we in de tussentijd dan doen?!” Het antwoord van de vader is heel begrijpelijk: hij wil iets doen. Hij wil werken aan een oplossing en wel nu. Hij wil niet wachten, niet loslaten, niet niets doen. Wat nou ‘bezinken’? Hij wil een gelukkig kind, een blij en tevreden bestaan voor hem en zijn gezin. En wel nu.
Had even gewacht ‘In rust en inkeer ligt jullie redding, in geduld en vertrouwen ligt jullie kracht. Maar dat willen jullie niet.’ Deze bekende tekst uit Jesaja 30 is er duidelijk over: wij mensen kunnen niet wachten. Als zich een probleem aandient, willen we wat doen. En als we niets kunnen doen, slaan we op de vlucht. Als de Assyriërs oprukken, vlucht Israël naar Egypte. Terwijl de Heer klaarstaat om te helpen. En dus voelt God zich gepasseerd. Hij weet dat het bondgenootschap met Egypte zijn volk uiteindelijk de das om zal doen. Stom! Had even gewacht! Had Mij geraadpleegd!
God doet niets Had even gewacht, zegt God. Hoe moeilijk is dat! Want God laat nogal vaak op zich wachten. God is een notoire laatkomer. Die ervaring hebben althans heel veel gelovigen. En niet alleen de mens van vandaag die in een idioot haastige wereld leeft en daardoor een andere tijdsbeleving heeft gekregen. Ook de Bijbelse mens klaagt wat af over God die niets lijkt te doen, op zich laat wachten en zich verborgen houdt. En ook in Bijbelse tijden zoeken mensen verschillende manieren om de tijd in Gods wachtkamer te veraangenamen, of liever nog te verkorten. Er zijn er zelfs die Gods wachtkamer verlaten en op eigen houtje gaan klussen. Klinkende overwinning De bekendste is koning Saul. Hij kon niet wachten. Hij ziet het vijandelijke leger naderen en zijn eigen soldaten bij de vleet deserteren (1 Sam. 13). En hij denkt: een offer brengen kan ik zelf ook wel. Dat doe ik snel even en dan ga ik de strijd aan. Fout! Nee, dan koning Josafat. Ook hij ziet de vijand op zich af komen. Nog even en ze worden onder de voet gelopen. Hij laat het hele volk een dag lang vasten en vraagt de Heer uitgebreid om raad. En dan krijgt hij te horen: wacht rustig af en wees niet bang. Ga er maar aan staan. Maar Josafat kiest voor de mooiste oplossing om de wachttijd uit te houden. Hij laat een stel zangers al lovend en jubelend voor het leger uit naar de strijd marcheren. Gevolg: een klinkende overwinning (2 Kron. 20). Zo kan het dus ook. Een donkere tijd of een onzekere periode verlichten, letterlijk en figuurlijk, door de problemen te laten voor wat ze zijn en je te richten op de Enige die daar echt wat aan kan doen. Bidden, zingen, bijbellezen en verder de gewone dagelijkse dingen. Helpt dat? Nou, het maakt de tijd in de wachtkamer iets aangenamer, dat in ieder geval. En er kan iets ontstaan: het begin van een oplossing, een inzicht, een lichtpuntje. God is niet lui De profeet Daniël vastte drie volle weken lang nadat hij een visioen had gehad waar hij geen hout van begreep. En toen kwam er pas hulp in de persoon van een hemelse boodschapper. De engel vertelde keurig waarom hij zo laat was: hij werd onderweg opgehouden door een demon waar hij strijd mee moest leveren (Daniël 10).
"Als zich een probleem aandient, willen we wat doen. God is niet lui, Hij heeft geduld en dat is iets heel anders."
Kijk, daar hebben we een inzicht in Gods agenda: waarom is Hij vaak zo laat? Omdat Hij nogal wat gevechten te leveren heeft in de hemelse gewesten. Denk vooral niet dat God achterover leunt en niets doet, zegt Petrus eeuwen later (2 Petrus 3:9), God is niet lui, God heeft geduld en dat is iets heel anders. Het is eerder de vraag of wij geduld hebben met God.
Bij de pakken neer We zouden er zoveel van kunnen leren als we tijdens het wachten alleen maar zouden wachten en verder niets. De christelijke filosoof Blaise Pascal ontdekte: de mens is voortdurend op zoek naar verstrooiing. Naar afleiding van zijn gevoelens van leegte en nietigheid. Daardoor beseffen we niet echt hoe ellendig we eraan toe zijn en dus weten we ook niet hoe geweldig en allesomvattend de genade van God is. Ga je maar eens vervelen, zegt Pascal. Doe vooral niets. Laat de waarheid tot je doordringen. Het ongemak. De scherven van het bestaan. Probeer het rotgevoel over je ongelukkige kind niet te verdrijven met ‘iets doen’, met het zoeken naar oplossingen of afleidingen. Ga naar huis, en zit bij de pakken neer. In Gods wachtkamer. Daar kan de vader van het kind-metproblemen het mee doen. En wij ook. Want dat is advent: verblijven in Gods afwezigheid. Het uithouden in de donkerte, in de winter. Dat kan als je weet dat in de winter, diep in de grond, de kiemen van leven juist moeten bevriezen om in de lente weer boven de grond te komen en uitbundig te bloeien.
Tekst met goedkeuring overgenomen uit Visie 23, EO. November 2015