In ons weilandje lopen sinds een aantal weken zes schapen van onze buren. Nadat ze m’n terras flink hadden ondergescheten, hebben we maar eens schrikdraad gespannen, om ervoor te zorgen dat ze op het gras blijven. En dan...
Zie je de schapen elke dag rondom het atelier. Ze herkennen je. Ze doen alles samen. [grazen, herkauwen, poepen, in de schaduw liggen, rennen] Ze kijken je soms echt wazig aan met die gekke koppen van ze. [Vind ik dan he] Ze schuren hun kont langs de muur van m’n atelier en staan dan heel hard met hun staart te flapperen. Ze kijken wel naar je, maar laten je ook weer links liggen. Ze brengen een groot deel van hun dag door met eten, herkauwen en poepen.
Nou, zo kan ik nog wel even doorgaan. Maar de schapen hebben me de laatste tijd een beetje aan het denken gezet.In de Bijbel worden wij regelmatig vergeleken met schapen.
En God met de Herder.
Dat laatste kan ik nog wel bij: God zorgt, wijst de weg, houdt de schapen bij elkaar, gaat een verloren schaap zoeken, geeft z'n leven voor de kudde als het erop aankomt. Maar dat eerste. Hmm.
Ik een schaap? dacht ik dus steeds. Ben ik ook zo vies? Lelijk? Eigenzinnig? Groepsdier? Bange scheiterd? Ik dook erin en ontdekte dat er al veel over schapen is gezegd.
"Schapen hebben leiding nodig. Ze horen naar de stem van de herder. Voor vreemden kunnen ze op de vlucht slaan.
Wanneer ze in paniek raken, stuiven ze alle kanten op. Wanneer een schaap op zijn rug komt te liggen, heeft hij soms hulp nodig om overeind te komen.
In een schaapskooi worden soms meerdere kudden bijeen gebracht. Ze herkennen hun eigen herder."
Bron: Christipedia
En neem dan onze uitdrukkingen en gezegden over schapen.
Weet je dat de lente komt! Misschien heb je het al gezien; bomen die bijna doods leken... daar komen de eerste blaadjes uit. Uit bergen dode blaadjes,…
Het is een eerste college. De professor komt de collegezaal binnen. Hij kijkt rond."Jij daar op de 8e rij. Kun je me vertellen hoe je heet?" vraagt hij…